Verhalen uit de geschiedenis van het reizen
Waarom gingen mensen in het verleden op reis, welk vervoersmiddel gebruikten ze en hoe brachten ze verslag uit van hun avonturen?
Verhalen van avonturiers
Waarom gingen mensen in het verleden op reis, welk vervoersmiddel gebruikten ze en hoe brachten ze verslag uit van hun avonturen?
In de prehistorie woonden de mensen nog niet op een vaste plek. Ze waren nomaden en trokken rond. Wanneer het voedsel dat ze bij elkaar jaagden en verzamelden op raakte, verhuisden ze naar een andere plek.
Om te reizen heb je vervoer nodig. Bijna elk vervoersmiddel, behalve de benenwagen of een rijdier, maakt gebruik van het wiel.
De Griekse soldaten van Alexander de Grote moesten op hun veroveringstocht naar India vechten tegen olifanten. Ook de Romeinen kregen te maken met de olifanten, waarmee Hannibal over de Alpen trok.
Met de komst van de Romeinen in Nederland, eindigde de prehistorie, want er kwamen geschreven bronnen beschikbaar. Eén van die verhalen over onze streken, is geschreven door Julius Caesar tijdens zijn veldtocht in Gallië.
Pelgrims maken al eeuwenlang reizen naar heilige plaatsen. De kruistochten hadden tot doel om Jeruzalem en het Heilige land terug te veroveren. Tijdens deze militaire expedities gingen ook heel veel gewone mensen, zoals boeren, op reis.
Tijdens hun plundertochten per schip reisden de Vikingen in oostelijke, zuidelijke en westelijke richting. Ze bereikten zelfs Amerika; 500 jaar vóór Columbus.
Marco Polo ging met zijn vader en oom, die handelaren waren, mee naar China. Tussen 1271 en 1295 reisde hij door Perzië, China en Indië. Zijn verhaal is opgeschreven door iemand met wie hij later in Italië in de gevangenis zat.
De Hanze is een verbond van steden in Nederland, Duitsland en Scandinavië die handel dreven. Producten als vis en hout werden in Noorwegen ingekocht, per schip naar de IJsselsteden vervoerd en vanuit daar verder verhandeld tot in Zuid-Frankrijk.
Ontdekkers uit Spanje en Portugal zoeken naar een route naar Indië. Ze gaan over zee met een zeilschip. Maar ze weten nog niet hoe ze moeten varen. Daarom kost de weg vinden veel tijd. Ook sterven er veel mensen op zee. Toch verdienen ze veel geld met de reizen. Omdat ze specerijen meenemen uit Indië. In Europa verkopen ze die ‘peperduur’.
Vanwege hun geloof, verlieten in de 16e eeuw veel protestanten en joden hun land. Velen trokken naar de (grote steden in de) Noordelijke Nederlanden. Met de kennis en het geld van deze nieuwkomers groeide Amsterdam uit tot het centrum van de wereld.
Een rijk zo uitgestrekt, dat als ergens de zon ondergaat, op een andere plaats in hetzelfde rijk de dag begint. Karel V werd de machthebber met zo’n rijk, omdat hij gebieden erfde in Zuid-Amerika, Europa én Indië. Zelf is hij nooit buiten Europa geweest, maar reisde daarbinnen steeds van paleis naar paleis.
In de 18e eeuw maakten veel rijke jongens een reis door Europa. Dat was het einde van hun opleiding. Ze gingen naar Rome in Italië. Daar konden ze de resten uit de Oudheid zien. De reis werd de ‘Grand Tour’ genoemd, de ‘grote rondreis’.
De stoommachine werd gebruikt voor een nieuw vervoersmiddel: de trein. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem. Stoomlocomotief ‘De Arend’ haalde een snelheid van 38 kilometer per uur.
De reizen met stoomschepen waren niet zonder ongelukken. De Titanic zonk in 1912 nadat het tegen een ijsberg was opgevaren. Twee jaar later verging ook de Empress of Ireland, een schip dat tussen Canada en Engeland voer. William Clark was beide keren aan boord als stoker; hij overleefde de twee scheepsrampen.
Tegenwoordig maken reizigers veel foto’s met hun smartphone. In 1816 werd de eerste foto gemaakt, dat uren duurde en er mocht al die tijd niets bewegen. Die fotocamera kon je vanwege de grootte niet in je jaszak meenemen.
De broers Wilbur en Orville Wright waren de eersten die vlogen met een gemotoriseerd vliegtuig, dat ze zelf hadden gebouwd. Die eerste vlucht werd gemaakt op 17 december 1903 in North Carolina, in de Verenigde Staten. Het vliegtuig legde 37 meter in 12 seconden in de lucht af.
Aan het begin van de 20e eeuw wilden ontdekkingsreizigers als eerste de Noord- en Zuidpool bereiken. Roald Amundsen uit Noorwegen was van plan naar de Noordpool reizen, toen in 1909 het bericht kwam dat iemand hem voor was geweest. Amundsen wijzigde zijn bestemming en vertrok naar de Zuidpool. Zo begon een race voor de eeuwige roem om als eerste mens op de Zuidpool te staan. De koude uiteinden van de aarde bleken niet zonder gevaren.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog emigreerden veel Nederlanders: in 1952 vertrokken 50.000 mensen. Ze verhuisden naar Canada, de Verenigde Staten, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Op zoek naar een betere toekomst.
Al sinds de Oudheid worden er muren gebouwd. Die maken het moeilijk om vrij te reizen. Ze staan vaak op een grens tussen twee landen. Zo moeten ze vreemdelingen buiten houden. Of de inwoners binnen. Soms wordt een muur weer gesloopt. Zoals in Berlijn in 1989. Maar er worden ook nog steeds nieuwe muren en hekken gebouwd.