Olifanten in oorlog

Olifanten zijn de grootste dieren die op het land leven. Daarnaast zijn ze slim: ze kunnen veel leren en hebben een goed geheugen. Daarom hebben mensen in het verleden deze dieren gebruikt in oorlogen. Ze moesten de tegenstander bang maken. In de Oudheid kregen de Griekse en Romeinse wereldrijken te maken met olifanten in oorlogen tegen andere culturen.

Grootmachten

Er ontstonden in de Oudheid twee belangrijke culturen, die grote gebieden in hun macht hadden. Griekenland groeide vanaf de 8e eeuw v. Chr. uit tot het middelpunt voor de handel rondom de Middellandse Zee. In de 4e eeuw v. Chr. bestuurde de koning van Macedonië de Griekse wereld. In diezelfde tijd was Rome tot de machtigste stad van Italië uitgegroeid. De Romeinen wilden de heerser worden in het gebied rondom de Middellandse Zee. Een Latijns gezegde luidt: ‘Si vis pacem para bellum’; dat betekent: ‘wie vrede wil, moet bereid zijn oorlog te voeren’. De Romeinen overheersten andere volken, voordat deze sterk genoeg waren om hen aan te vallen. Een gevolg voor beide grootmachten is dat hun rijk steeds groter werd. De grenzen lagen steeds verder weg van Griekenland en Italië. Daardoor kwamen ze in contact met mensen van een hele andere cultuur.

Aziatische en Afrikaanse olifant

Het Griekse rijk breidde zich in de 4e eeuw v. Chr. vooral naar het oosten uit, naar het Perzische Rijk, tot aan India. Voor de Romeinen was het eiland Sicilië in de Middellandse Zee belangrijk, omdat daar veel graan groeide. Vlakbij aan de Noord-Afrikaanse kust, in het huidige Tunesië, lag de stad Carthago, die dezelfde belangstelling had voor Sicilië als Rome. De Grieken en Romeinen breidden hun rijken dus steeds verder uit richting Azië en Afrika. Dat zijn ook de leefgebieden van olifanten. In de Oudheid waren olifanten minder een bedreigd diersoort, dus leefden er meer van in een groter gebied dan tegenwoordig. De Aziatische en Afrikaanse vijanden van de twee grootmachten waren gewend olifanten te gebruiken in gevechten. Ze maakten er de Europese soldaten bang mee, want die hadden nog niet eerder deze grote dieren gezien. Als de olifanten ook nog eens trompetterden, waren ze helemaal angstaanjagend.

Alexander de Grote

De beroemdste legeraanvoerder van de Griekse wereld was Alexander de Grote (356 v. Chr.-323 v. Chr.). Toen hij achttien jaar was, vocht hij voor het eerst in het leger van zijn vader Philippus II. Die had in de jaren daarvoor vanuit Macedonië de andere Griekse gebieden veroverd. Toen zijn vader werd vermoord in 336 v. Chr., erfde Alexander een groot rijk dat hij nog verder wilde uitbreiden. Binnen enkele jaren veroverde hij het enorme Perzische Rijk. Hoewel het Griekse leger veel kleiner was dan het Perzische, versloeg hij koning Darius tweemaal, die daarna werd gedood door zijn soldaten. Het Perzische Rijk viel uiteen en Alexander kon verder naar het oosten trekken.

Op weg naar India

Alexander de Grote was koning over een zo’n groot rijk, dat nog nooit eerder had bestaan. Maar hij wilde verder, naar India. Onderweg liet Alexander door heel Perzië steden bouwen, die vaak naar hem werden vernoemd. De stad Alexandrië in Egypte is de bekendste, omdat daar een bibliotheek werd gebouwd, waar geleerden uit de verre omgeving naar toe kwamen.

Een kaart met het Rijk van Alexander de Grote, gestichte steden en jaartallen
Het rijk van Alexander de Grote, met gestichte steden en jaartallen

Het Griekse leger stak de rivier de Indus over en trok verder India in. In 326 v. Chr. ontmoetten ze het leger van de Indiase vorst Porus. Zij stonden de Grieken op te wachten aan de overkant van een rivier, de Hydaspes. Vooraan waren olifanten opgesteld. Het waren er bijna honderd, misschien zelfs wel tweehonderd. De Griekse soldaten, die niet gewend waren aan deze dieren, werden bang. Alexander verzint een list: hij laat iemand anders als legeraanvoerder verkleden en de troepen klaar maken voor het gevecht. Zelf steekt hij ’s nachts met een kleine, maar moedige groep een stuk verderop de rivier over. Zo wordt de volgende dag het Indiase leger van twee kanten aangevallen en winnen de Grieken.

Schilderij door Charles Le Brun uit 1673. Na de Slag bij de Hydaspes in 326 v. Chr. verschijnt de verslagen Porus voor Alexander de Grote
De verslagen Porus voor Alexander de Grote, Charles Le Brun, 1673.

Opnieuw kan Alexander met het leger verder trekken, richting de Ganges rivier. Maar bij het vooruitzicht van nog een slag met veel meer olifanten, wil het leger niet meer verder. Ze zijn al acht jaar onderweg en hebben onderweg veel meegemaakt. Ze zijn door hele verschillende landschappen getrokken met andere klimaten. In India begint net het regenseizoen en veel soldaten hebben vreemde ziektes gehad. Daarbij geloofden de meeste Grieken nog dat de wereld op zou houden na India. Ook de olifanten hadden veel angst veroorzaakt. Alexander kan niet anders dan omkeren. Na een zware terugtocht sterft hij niet veel later, pas 32 jaar oud in zijn woonplaats Babylon. Hij zag zijn thuiskomst als een nederlaag, hoewel hij nooit verslagen is door zijn tegenstanders. Alleen zijn eigen leger kon hem verslaan.

Rome tegenover Carthago

Ongeveer honderd jaar later is Rome bezig de belangrijkste stad te worden in het gebied rondom de Middellandse Zee. Maar ook de Noord-Afrikaanse stad Carthago heeft dat als doel. Het gevolg is dat er oorlog uitbreekt tussen beide steden. Uiteindelijk wordt er tussen 264 en 146 v. Chr. gevochten in drie Punische oorlogen. Het Carthaagse leger gebruikte olifanten tegen de Romeinen. In Afrika kwam toen de bosolifant voor; een kleiner soort dan de Afrikaanse savanne olifant die nu nog leeft. De olifanten spelen een belangrijke rol in de Tweede Punische oorlog. Door die oorlog zou de Carthaagse legeraanvoerder Hannibal beroemd worden.

Punische oorlogen

Carthago was een stad, vlakbij het huidige Tunis in Tunesië. Ze werd in de 8e eeuw v. Chr. gesticht door de Feniciërs. Dit volk leefde in het gebied wat nu Libanon heet. Ze waren handelaren en voeren over de hele Middellandse Zee. Langs de kust bouwden ze steden en Carthago groeide uit tot één van de belangrijkste. De Romeinen noemden de Carthagers ook wel Puniërs. De inwoners stamden namelijk af van de Feniciërs, dat ook wel als ‘Phoeniciërs’ werd geschreven.

De oorlogen tussen Rome en Carthago worden de Punische oorlogen genoemd. Uiteindelijk werd aan het eind van de Derde Punische oorlog de stad Carthago totaal vernietigd. Hierdoor zijn er geen verslagen bewaard gebleven van de strijd met Rome, die door Carthagers zijn geschreven. Omdat de mensen in Rome het hadden over de oorlog met de Puniërs, wordt deze naam nog steeds gebruikt. De Carthagers hebben het zelf natuurlijk nooit over de ‘Punische oorlogen’ gehad. Dan zouden ze bedoelen dat ze vochten tegen henzelf. Hieruit blijkt dat de geschiedenis vaak geschreven wordt door de winnaars.

 

Eerste Punische Oorlog 264-241 v. Chr.
Tweede Punische Oorlog 218-201 v. Chr.
Derde Punische Oorlog 149-146 v. Chr.

Hannibal

Hannibal werd geboren in Carthago in het jaar 247 v. Chr. Zijn vader Hamilcar had gevochten met het Carthaagse leger in de Eerste Punische oorlog. Hij liet zijn zoontje zweren nooit een vriend te worden van Rome. Volgens andere verhalen beloofde de jonge Hannibal zelfs voor altijd de vijand te blijven. Eén van de gevolgen van de oorlog was dat Carthago het eiland Sicilië was kwijtgeraakt aan Rome. De familie van Hannibal bedacht een oplossing om hun stad weer belangrijk te maken. Ze gingen Spanje veroveren en met succes. Omdat ook het Romeinse Rijk zich uitbreidde naar Spanje, ontstond er wel opnieuw ruzie tussen beide steden. De Tweede Punische oorlog begon.

Hannibal besluit een bijzondere reis te maken. Hij is inmiddels volwassen en de legeraanvoerder. Met een leger van Afrikanen en Spanjaarden trekt hij naar Italië. De Romeinen hadden niet verwacht dat hij zoiets avontuurlijk zou doen. De afstand is groot en het leger moet door de bergen: eerst de Pyreneeën, daarna de Alpen en in Italië nog over de Apennijnen. Het is daarbij een verrassing dat Hannibal naast de soldaten en paarden ook 37 olifanten meeneemt. Wetenschappers onderzoeken nog steeds welke route het Carthaagse leger heeft gevolgd, zo bijzonder is de reis. Uiteindelijk bereikt Hannibal het noorden van Italië, waar de Romeinen vechten tegen de Carthagers met hun olifanten.

Gevaarlijke olifanten

De Romeinen schrokken van de olifanten, want ook de meeste soldaten uit Italië hadden nog nooit een olifant gezien. Toch waren de Romeinen beter voorbereid dan de Grieken, toen zij in India tegen de dieren moesten vechten. Alexander de Grote had namelijk een uitgebreid verslag laten maken van zijn veroveringstocht. Het beschreef ook de oorlogsolifanten en hoe ze uitgeschakeld konden worden. Een olifant is bijvoorbeeld gemakkelijk bang te maken, met bijvoorbeeld geluid of vuur. Een bange olifant is ook voor het eigen leger erg gevaarlijk. In plaats van de vijand aan te vallen, kan hij dan ook de eigen soldaten vertrappen. Wanneer het dier zich uit angst omdraaide naar het eigen leger, moest hij gestopt worden. Dat betekent dat de olifant gedood werd door zijn eigen berijder.

Tekening door Henri Motte uit 1878. Hannibal steekt met olifanten de rivier de Rhône over
Hannibal steekt de Rhône over met olifanten, Henri Motte, 1878

Tijdens de reis van Spanje naar Italië zorgden de olifanten soms voor problemen. Zo was het in Frankrijk lastig om ze aan de overkant van de rivier de Rhône te krijgen. Het leger maakte waarschijnlijk van houten vlotten een brug. Hierover werd zand gestrooid, zodat het op vaste grond leek. Maar de vlotten schommelden natuurlijk door het gewicht van een olifant en sommige dieren sprongen uit angst in de rivier. Uiteindelijk kwamen ze allemaal aan de overkant, maar er waren wel een paar mensen verdronken. Ook kostte het veel moeite om met de olifanten de Alpen over te steken. De bergpaden waren smal en het duurde soms dagen voordat er genoeg ruimte voor de olifanten was gemaakt.

Overwinning

De Romeinen verloren alle veldslagen in Italië. De manier van strijden van Hannibal bleek beter dan die van de Romeinse legeraanvoerders. Het Carthaagse leger trok verder naar het zuiden van Italië. In 216 v. Chr. wonnen ze een grote slag bij de plaats Cannae. Tijdens het gevecht trekt het middelste deel van Hannibals leger zich terug, zogenaamd verslagen. De Romeinen drijven hen nog verder naar achteren, maar daarna worden ze ingesloten door de zijkanten van het Carthaagse leger. Na deze nederlaag durft het Romeinse leger niet meer tegen Hannibal te vechten.

Hannibal koos ervoor om Rome niet aan te vallen. Waarschijnlijk hoopte hij op een vredesverdrag. Daarbij was ook zijn eigen leger verzwakt. Er waren veel soldaten gedood en er was niet één olifant meer over. Hannibal bleef nog een aantal jaar door Italië zwerven, maar bestormde nooit de stad Rome. Ondertussen vielen de Romeinen wel Spanje en Carthago aan. Hannibal werd terug naar huis geroepen om zijn eigen stad te verdedigen. Dit mislukte toen hij in 202 v. Chr. de Slag bij Zama verloor. Rome behaalde de overwinning in de Tweede Punische oorlog.

Tekening door Cornelis Cort uit 1567. De Slag bij Zama in 202 v. Chr. waar de Romeinen de Carthaagse Hannibal verslaan
De Slag bij Zama, Cornelis Cort, 1567

Legendes

Legers uit Azië en Afrika gebruikten olifanten in de Oudheid tegen de Europese grootmachten uit Griekenland en Rome. De dieren waren angstaanjagend, waardoor soldaten vluchtten. Al snel wist de tegenstander hoe ze de dieren bang konden maken. Dan werd een olifant ook gevaarlijk voor het eigen leger. Ze werden ook gebruikt als rijdier (lees ook: Rond de wereld met Jules Verne) of lastdier. In ieder geval hebben de olifanten geholpen om twee legeraanvoerders beroemd te maken. Zo ontstonden er legendes over Alexander de Grote die tegen olifanten vocht in India en over Hannibal, die met olifanten over de Alpen trok.