In Rome ligt het klassieke verleden nog op straat. Restanten uit de Oudheid hebben de tijd doorstaan, zijn opgegraven of hebben Renaissance kunstenaars zoals Michelangelo geïnspireerd. Veel kerkinterieurs zijn gedecoreerd in Barokstijl, maar de bekende beeldhouwer Bernini ontwierp ook fonteinen. Tien tips om door de geschiedenis van Rome te reizen.
- Trevi-fontein (Fontana di Trevi)
De hele dag is het druk op deze ‘driesprong’ (tre via) van straten, waar de grootste fontein van Rome het decor vormt. Deze rol speelt ze ook in diverse films, zoals in La Dolce Vita van Fellini. Vele toeristen geloven dat wanneer je een muntje over je schouder in het water gooit, je nog eens terug zal komen naar Rome. Wekelijks wordt met een geldzuiger een flink bedrag uit de fontein gehaald, dat naar goede doelen gaat.
Het figuur in het midden is de zeegod Neptunus, die op een schelp staat. Aan beide zijden van het water staan tritons (jonge zeegoden); de één worstelt met een ‘zeepaard’, de ander leidt een volgzamer dier. Ze staan symbool voor de grilligheid van de zee. Aan Neptunus’ rechterhand staat in een nis een beeld van een vrouw met fruit als teken van overvloed en links met een slang als teken van gezondheid. Daarboven zijn reliëfs die de geschiedenis van de plaats van de fontein verbeelden. Op deze plek eindigde één van de 11 aquaducten die het oude Rome van water voorzag; het aquaduct ‘Aqua Virgo’ dat in 19 v. Chr. werd aangelegd. Er is te zien hoe een meisje, waarna het aquaduct is vernoemd, een Romeinse soldaat de waterbron wijst en op het andere reliëf hoe aan keizer Augustus de plek wordt getoond.
De Trevifontein is gebouwd ter herdenking van de heropening van het aquaduct, nadat in de Middeleeuwen de waterleidingen niet waren onderhouden. De in 1762 voltooide fontein is gemaakt door de architect Salvi, naar een idee van Bernini. Dagelijks stroomt er 80 miljoen liter water door de fontein.
2. Pantheon
Achter de rechthoekige gevel met zuilen gaat een koepel schuil met een diameter van 43,3 meter die gelijk is aan de hoogte. In de zes meter dikke muren waarop de koepel rust, zitten geen ramen. Het licht valt binnen door de oculus (het gat bovenin de koepel) van 9 meter doorsnede.
Op de voorgevel staat in het Latijn dat Marcus Agrippa (de schoonzoon van keizer Augustus) het Pantheon heeft ontworpen, maar het huidige gebouw diende ter vervanging van tempel die hij had laten bouwen. Keizer Hadrianus gaf opdracht tot de bouw in 118-125 n. Chr. op de resten van de afgebroken ronde tempel en wijdde deze aan ‘elke (toen bekende) god’ hetgeen het Griekse ‘Pan-theon’ betekent.
In de 7e eeuw werd het gebouw overgedragen aan de christelijke kerk, waarna vele decoraties verwijderd of vervangen werden. De marmeren vloer met versieringen is nog het originele Romeinse ontwerp, net als de cassettes in de koepel waardoor het gewicht afneemt.
In het Pantheon bevinden zich graftombes van beroemde personen. Zo is Victor Emanuel II, de eerste koning van het verenigde Italië, er begraven, evenals de Renaissance schilder Rafaël.
3. Piazza Navona
Op dit plein is altijd iets te beleven met de gezellige terrasjes, het straattheater en de marktkraampjes. De gebouwen rondom het ovale plein zijn gebouwd op de fundamenten van de tribunes van het Stadion van keizer Domitianus. Vanaf de 1e eeuw werden er op deze plek voor 33.000 toeschouwers paardenraces en atletiekwedstrijden gehouden. De naam Navona is afgeleid van het Griekse woord ‘agone’ voor wedstrijdlocatie.
Paus Innocentius X gaf opdracht tot de bouw van zowel de kerk Sant’Agnese in Agone als de fontein die ervoor staat. In de 17e eeuw waren de architecten Borromini en Bernini elkaars concurrenten. De eerst genoemde heeft de gebogen façade van de kerk ontworpen om de koepel beter uit te laten komen; de laatste ontwierp de fontana dei quattro fiumi. Rondom een obelisk symboliseren vier reuzen de toen bekende grootste rivieren: de Ganges, Donau, Nijl en Rio de la Plata. Het verhaal gaat dat het gesluierde hoofd van de Nijl-figuur niet alleen duidt op de nog onbekende oorsprong, maar ook Bernini’s afkeer van Borromini’s kerk toont. Ook de uitgestrekte arm van de Rio de la Plato-reus zou de angst voor het instorten van de kerkgevel verbeelden. De fontein was echter al af voordat met de bouw van de kerk was begonnen.
4. Sante Maria dello Concezione dei Cappuccini
Bij een Italiaans ontbijt hoort een cappuccino, een drank die vernoemd is naar de kapucijnen monnikenorde. Van bovenaf gezien ziet een monnik met zijn kale hoofd en rondom zijn bruine pij (met de kap waaraan de orde zijn naam ontleend) er net zo uit als de koffie met opgeschuimde melk.
Het klooster van de kapucijnen monniken in Rome moest in de 17e eeuw plaats maken voor een bouwproject van paus Urbanus VIII. De monniken wilden wel verhuizen, maar niet hun gestorven broeders achterlaten op het kerkhof. Toen de skeletten waren opgegraven om bij de huidige Sante Maria dello Concezione te herbegraven, besloten de monniken ze als decoratie van de crypte te gebruiken. In vijf nissen zijn 4000 skeletten te zien: sommige zijn in elkaar gezet, van andere zijn onder meer lampenkappen gemaakt en de overige botten zijn op soort bij elkaar gelegd. Bij de uitgang is de spreuk te lezen: ‘Wat u bent, zijn wij geweest. Wat wij zijn, zult u worden.’
5. Victor Emanuel II monument (Il Vittoriano / Altare della Patria)
Victor Emanuel II werd in 1861 tot de eerste koning van het verenigde Italië uitgeroepen. Hij voegde de vele stadstaten en koninkrijken samen en drong de Oostenrijkse en pauselijke macht terug. In 1911 werd dit monument voltooid, waarin een museum is gevestigd over de Risorgimento (Eenwording). De twee fonteinen symboliseren de Tyrreense en Adriatische zee, die Italië omarmen. Het enorme bronzen ruiterstandbeeld stelt Victor Emanuel voor met een snor van maar liefst 75 cm. De vele bijnamen van Il Vittorano, zoals ‘typemachine’, duiden op enige afkeer vanwege formaat en kleur. Het is verboden op de trappen te zitten van het altaar van het vaderland, hetgeen streng gehandhaafd wordt met een fluitje. Geüniformeerde wachten bewaken het eeuwig brandend vuur voor de onbekende soldaat bij een beeld van de godin Roma. Vanaf het monument is er uitzicht op onder meer het Forum Romanum.
6. Thermen van Caracalla (Terme di Caracalla)
De thermen die in opdracht van keizer Caracalla en zijn vader zijn gebouwd, waren 330 meter in het vierkant en boden plaats aan 3100 mensen. 1600 Romeinen konden tegelijkertijd badderen. In het complex was ook een sportruimte, een bibliotheek, tuinen en er werd vermaak aangeboden. De toegang was gratis, want de thermen hadden tot doel het volk tevreden te houden.
Centraal in de thermen lagen de badruimten van koud naar warm: het frigidarium, het tepidarium en het calidarium (met een doorsnede van 35 meter). Elke dag werd -ondanks het gebruik van de zon- tien ton hout gestookt en het water twee keer ververst. Mannen en vrouwen hadden verschillende badtijden en een deel van de bevolking kwam er dagelijks.
Het openbare badhuis heeft vanaf de voltooiing in 217 tot 537 n. Chr. dienst gedaan, toen de binnenvallende Goten de aquaducten vernielden. In latere tijden is een deel van de thermen als bouwmateriaal elders in Rome gebruikt. Zo heeft de familie Fernese voor hun palazzo in de 16e eeuw de marmeren decoraties hergebruikt. De mozaïekvloeren zijn deels op hun plaats gebleven en de nog opstaande muren geven een indruk van de omvang van het complex.
7. Capitolijnse musea (Musei Capitolini)
In de Oudheid stond op de heuvel Capitolijn de belangrijkste tempel voor Jupiter. Het huidige symmetrische Piazza del Campidoglio is ontworpen door Michelangelo, maar pas later gerealiseerd. In het verlengde van de trap ‘Cordonata’ ligt het Palazzo Senatorio, dat het stadhuis van Rome is. Respectievelijk links en rechts liggen het Palazzo Nuovo en het Palazzo dei Conservatori, waarin de Capitolijnse musea zijn gevestigd. In 1734 opende op de Capitolijn het eerste openbare museum ter wereld. Diverse pausen schonken sculpturen voor de collectie, die voornamelijk bestaat uit Romeinse kopieën van Griekse werken. Onder meer is er een Etruskisch bronzen beeld van een wolvin uit de 5e eeuw v. Chr. te zien, waaraan later de gestaltes van Romulus en Remus zijn toegevoegd. Midden op het plein staat een ruiterstandbeeld van keizer Marcus Aurelius, waarvan het origineel uit de 2e eeuw in het museum is te zien.
8. Engelenbrug (Ponte Sant’Angelo)
De brug over de Tiber die naar de Engelenburcht leidt, is in opdracht van keizer Hadrianus in 134 gebouwd. Van deze Pons Aelius resteren nu nog de middelste drie bogen. Na een pestepidemie in de 6e eeuw kreeg het mausoleum van Hadrianus, evenals de brug, de naam Sant’Angelo.
Pas in 1669 gaf paus Clemens IX opdracht om engelenbeelden te plaatsen. Deze moesten de vervallen beelden van de aartsvaders en bijbelse figuren vervangen. Bernini maakte twee beelden, maar de paus vond deze te mooi voor de brug en hield ze zelf. Leerlingen van de beeldhouwer vervaardigden de tien beelden die nu op de brug te zien zijn. Alle engelen tonen een voorwerp dat iets te maken heeft met het lijden van Jezus, de zogenoemde Arma Christi.
De twee beelden aan de zuidkant stellen de apostelen Petrus en Paulus voor. Deze werden in 1527 geplaatst, ter herinnering aan omgekomen pelgrims in het Heilig Jaar 1450. Vanwege paniek in de mensenmassa die over de, toen nog smallere, brug naar de Sint-Pieter liep, bezweek een balustrade en verdronken meer dan 150 mensen. Aan het eind van de 19e eeuw zijn de hoge kades langs de Tiber aangelegd en kreeg de brug haar huidige formaat.
9. Sint-Pieterskerk en -plein (Basilica di/ Piazza San Pietro)
Vaticaanstad, sinds 1929 een soevereine staat, ligt op de plek waar Petrus is begraven. Zijn graf werd een heiligdom, waar vanaf 320 de eerste basilica in opdracht van keizer Constantijn verrees. Aan het begin van de 16e eeuw legde paus Julius II de eerste steen voor een nieuwe kerk, omdat de oude op instorten stond.
De bouw van de Sint-Pieter heeft 120 jaar geduurd en alle bekende architecten uit de Renaissance en Barok periode uit Rome hebben een bijdrage geleverd. De meer dan 130 meter hoge koepel is een ontwerp van Michelangelo, die stierf voor de voltooiing. Carlo Maderno ontwierp de façade en Bernini de symmetrische zuilengang op het plein.
Enkele kunstschatten zijn uit de oude basilica gehaald, maar ook voor het interieur heeft Bernini veel werk geleverd. Onder meer van zijn hand is de baldakijn met gedraaide zuilen van 20 meter hoog, waaronder het pauselijk altaar staat, evenals het monument voor paus Alexander VII. Andere bekende beelden zijn de zwarte Petrus met door aanraking afgesleten knieën en voeten en de Pietà die Michelangelo op 25-jarige leeftijd beeldhouwde.
10. Sint-Paulus buiten de Muren (San Paolo fuori le Mura)
Buiten de muren van de stad Rome werd in de 4e eeuw een basilica gebouwd ter ere van (het graf van) Paulus. Een brand verwoestte deze kerk in 1823, maar met enkele oorspronkelijke delen werd een reconstructie gemaakt.
Op de voorgevel is een kleurrijke bijbelse allegorie afgebeeld en op de binnenplaats staat een beeld van Paulus. Naast de kerk ligt een authentieke kloostertuin uit 1200 met mozaïek ingelegde zuilen.
Ook binnen zijn mozaïeken te zien, zoals in de apsis, die de brand heeft doorstaan. De decoraties aan één zijde van de triomfboog over het schip dateren uit de 5e eeuw. De baldakijn en metershoge paaskandelaar vallen op in het interieur. Hoog tegen de muur loopt door gehele kerk een rand met daarin portretten van alle pausen die er zijn geweest. Bij de huidige paus brandt een lichtje.